aangewakkerd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangewakkerd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋɣəˌwɑkərt/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ge·wak·kerd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen aangewakkerd
verbogen aangewakkerde

Bijvoeglijk naamwoord

aangewakkerd

  1. sterker worden
    • De door de wind aangewakkerde bosbrand was moeilijk te blussen. 
    • Zijn eenmaal aangewakkerde ambities maakten hem blind voor de moeilijkheden die hij nog te overwinnen had. 

Werkwoord

vervoeging van: aanwakkeren…
verbogen vorm: aangewakkerde

aangewakkerd

  1. voltooid deelwoord van aanwakkeren
     Ergens diep binnenin je bevindt zich daarentegen het oergevoel dat na elk bezoek aan de site meer aangewakkerd zal worden.[1]
     De reclame- boodschappen sporen ons aan nieuwe verlangens te koesteren, het nieuws maakt ons woedend en van streek, onze geldingsdrang wordt aangewakkerd door wat we horen over collega's en kennissen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord aangewakkerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.