aanhechtsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanhechtsel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·hecht·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van Naamwoord van handeling aanhechten met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord aanhechtsel aanhechtsels
verkleinwoord aanhechtseltje aanhechtseltjes

Zelfstandig naamwoord

hetaanhechtselo [1]

  1. dat wat ergens aan vastgemaakt is
  2. plaats waar een aanhechting plaatsvindt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanhechtsel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.