aanmengen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmengen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanmɛŋə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·men·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanmengen
mengde aan
aangemengd
zwak -d volledig

Werkwoord

aanmengen

  1. overgankelijk iets droogs met iets vloeibaars mengen
    • Hij mengde het geheel onder goed roeren met melk aan. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanmengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.