aanmunten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmunten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈamʏntə(n)/ (3 lettergrepen); /amʌntə(n)/
Woordafbreking
  • aan·mun·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanmunten
muntte aan
aangemunt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanmunten

  1. overgankelijk tot munt slaan
    • Er moest nog aangemunt worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanmunten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
33 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.