aanneming

Nederlands

Uitspraak

Geluid: aanneming (hulp, bestand)
IPA: / ˈanemɪŋ / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

aan·ne·ming

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van aannemen met het achtervoegsel -ing ^[1]^[2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanneming	aannemingen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de aanneming v

het aannemen van een werk, een levering, aanbesteding
aannemen van een persoon als (of tot) zoon of dochter, adoptie

Verwante begrippen

aanvaarding, acceptatie, ontvangst

Afgeleide begrippen

aannemingsbiljet, aannemingsovereenkomst, aannemingssom

Vertalingen

1.

Engels: acceptance ^(en), admission ^(en), confirmation ^(en)

Spaans: aceptación ^(es) v, admisión ^(es) v, confirmación ^(es) v

2. adoptie

Engels: adoption ^(en)

Spaans: adopción ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord aanneming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanneming" herkend door:

86 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.^[3]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ aanneming op website: Etymologiebank.nl
↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.