aanpunten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanpunten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈampʏntə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·pun·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanpunten
puntte aan
aangepunt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanpunten [1]

  1. overgankelijk een punt maken aan
    • Hij puntte het potlood aan met een potloodslijper. 
  2. overgankelijk ter sprake brengen, als punt op de agenda zetten
    • Hij heeft die gedachte inmiddels aangepunt. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanpunten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.