aanroeien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanroeien    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·roei·en
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aanroeien [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanroeien
roeide aan
aangeroeid
zwak -d volledig
  1. met een roeiboot naderen
  2. (figuurlijk) veel moeite doen om ergens te komen of iets gedaan te krijgen
Uitdrukkingen en gezegden
  • tegen iets of iemand aanroeien
bewegen in tegengestelde richting

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanroeien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.