aansnoeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansnoeren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansnurə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·snoe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aansnoeren
snoerde aan
aangesnoerd
zwak -d volledig

Werkwoord

aansnoeren

  1. overgankelijk vaster snoeren
    • Het korset kan aangesnoerd worden met een vetersluiting. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aansnoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.