aansporing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansporing    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansporɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·spo·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van aansporen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord aansporing aansporingen
verkleinwoord aansporinkje aansporinkjes

Zelfstandig naamwoord

deaansporingv

  1. aanmoediging tot actie
    • Na een kleine aansporing wilde de meester toch wel beginnen met de uitleg. 
     Tv-zender CNN vatte Obama’s woorden op als een aansporing voor jongeren om te blijven protesteren tegen het politiegeweld.[1]
     Om ons minder eenzaam te voelen hebben de meesten van ons niets aan aansporingen om uit te gaan of de zoveelste aanmoediging om de volmaakte geliefde te zoeken.[2]
     Gemor, gelach, aansporingen, misschien zelfs protest.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aansporing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Theo Koelé
    “De maat is vol, Obama keert zich tegen zijn opvolger Trump” (4 juni 2020), de Volkskrant
  2. “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact , ISBN 9789045045979
  3. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.