aansprakelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansprakelijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /anˈsprakələk/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·spra·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aansprakelijkaansprakelijkeraansprakelijkst
verbogen aansprakelijkeaansprakelijkereaansprakelijkste
partitief aansprakelijksaansprakelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

aansprakelijk

  1. verantwoordelijk, om vergoeding of betaling aangesproken kunnen worden
    • De eerste stap zet u altijd door deze persoon schriftelijk aansprakelijk te stellen voor de toegebrachte schade. 
    • Nederland stelt Rusland aansprakelijk voor neerhalen MH17 [2] 
     ' 'Tegen wie of wat, meneer Rosentreter?' 'Tegen de beschuldigingen van de officier van justitie en de onredelijke eis van het gerecht om u aansprakelijk te maken voor een bijzonder moeilijke periode in uw leven.[3]
Uitdrukkingen en gezegden
  • iemand voor iets aansprakelijk stellen
vinden dat iemand ergens verantwoordelijk voor is
  Tussen neus en lippen door zouden wij dan een document te tekenen krijgen waarin stond dat wij GoSunny en toi op geen enkele manier aansprakelijk stelden voor de dood van onze kinderen. [4] 
 Geef me dan maar raad, Rosentreter: bestaat er een mogelijkheid om u daarvoor aansprakelijk te stellen?' 'Natuurlijk is er die.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aansprakelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.