aanspreking

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanspreking    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansprekɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·spre·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanspreking aansprekingen
verkleinwoord aansprekinkje aansprekinkjes

Zelfstandig naamwoord

deaansprekingv

  1. het aanspreken
  2. titel waarmee men iemand aanspreekt
    • Monseigneur is de aanspreking van een kardinaal. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord aanspreking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.