aanstiefelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanstiefelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanstifələ(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·stie·fe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanstiefelen
stiefelde aan
aangestiefeld
zwak -d volledig

Werkwoord

aanstiefelen

  1. ergatief met flinke tred ergens op afgaan
    • Hij stiefelde zo goed en zo kwaad als het ging enisgzins dronken op huis aan. 
Afgeleide begrippen
  • aanstiefeler, aanstiefelster

Gangbaarheid

  • Het woord aanstiefelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.