aanstoken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanstoken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanstokə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·sto·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanstoken
stookte aan
aangestookt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanstoken

  1. tot kwaad aanzetten

Gangbaarheid

  • Het woord aanstoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.