aansturen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansturen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanstyrə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·stu·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aansturen
stuurde aan
aangestuurd
zwak -d volledig

Werkwoord

aansturen

  1. overgankelijk leiding geven aan iets
    • Ik ga jullie vandaag in jullie werk aansturen. 
  2. overgankelijk (techniek) regelen, in werking stellen
    • Een of meerdere ventilatieroosters worden per groep aangestuurd vanuit de centrale sturing. 

Gangbaarheid

  • Het woord aansturen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.