aanvloeien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvloeien    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·vloei·en
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aanvloeien [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanvloeien
vloeide aan
aangevloeid
zwak -d volledig
  1. van een stromende vloeistof het stromend naderen
  2. (figuurlijk) stromend naderen van alles wat men als een vloeistof beschrijft


Gangbaarheid

  • Het woord 'aanvloeien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.