aanwetten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanwetten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·wet·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aanwetten [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanwetten
wette aan
aangewet
zwak -t volledig
  1. een werktuig scherp maken aan een (natte) steen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanwetten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
36 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.