abaca

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  abaca    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈabaka/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aba·ca
Woordherkomst en -opbouw
  1. enkelvoud meervoud
    naamwoord abaca abaca's
    verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als plantennaam.

Zelfstandig naamwoord

deabacam

  1. (bloemplanten) bepaald soort bananenplant, Musa textilis  die een vezel levert, de manillahennep
Synoniemen
  • Filipijnse hennep, vezelbanaan
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord abaca -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deabacav/m

  1. (materiaalkunde) vezels van Musa textilis , gebruikt voor het maken van touw, weefsels en papier
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'abaca' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.