abracadabra

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  abracadabra    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑbrɑka'dabra/
Woordafbreking
  • abra·ca·da·bra
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘toverspreuk’ voor het eerst aangetroffen in 1726 [1]
  • uit het Grieks of Latijn [2]

Tussenwerpsel

abracadabra

  1. (magie) een toverspreuk
    • Abracadabra, sim sala bim... 
enkelvoud meervoud
naamwoord abracadabra -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetabracadabrao

  1. wartaal, onduidelijke taal
    • Hij sprak de hele tijd abracadabra. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord abracadabra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.