absolutisme

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  absolutisme    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑpsoly'tɪsmə/
Woordafbreking
  • ab·so·lu·tis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbeperkte heerschappij’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • afgeleid van absoluut met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord absolutisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetabsolutismeo

  1. (politiek) onbeperkte alleenheerschappij van de soeverein
    • Vroeger heerste er in sommige landen absolutisme. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord absolutisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Indonesisch

Zelfstandig naamwoord

absolutisme

  1. (politiek) absolutisme
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.