acajou

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  acajou    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aca·jou
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord acajou acajous
verkleinwoord acajoutje acajoutjes

Zelfstandig naamwoord

hetacajouo

  1. hout van een tropische boom Anacardium occidentale
  2. drank vervaardigd van de acajouappel
  3. de noot die de acajouappel bevat
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord acajou staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
27 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.