accoucheuse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  accoucheuse    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑkuˈʃøzə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ac·cou·cheu·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord accoucheuse accoucheuses
verkleinwoord accoucheusetje accoucheusetjes

Zelfstandig naamwoord

deaccoucheusev

Gangbaarheid

  • Het woord 'accoucheuse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.