accuracy

Engels

Uitspraak
  • VK: [ˈækjʊrəsɪ]
  • VS: /ˈæk.jɚ.ə.si/
  •  Audio (US)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
accuracy accuracies

Zelfstandig naamwoord

accuracy

  1. juistheid
    «The accuracy of that statement could not be confirmed.»
    De juistheid van die verklaring kon niet bevestigd worden.
  2. (statistiek) juistheid; het goeddeels ontbreken van een systematische fout in de meetgegevens.
    «The accuracy of this measurement can be guaranteed by its calibration, but its precision remains lousy.»
    De juistheid van deze meting kan op basis van de ijking ervan verzekerd worden, maar de nauwkeurigheid blijft een ramp.
Antoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.