adequaatheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  adequaatheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ade·quaat·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adequaatheid adequaatheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deadequaatheidv

  1. de mate waarin iets of iemand voldoende is om een bepaald doel te bereiken
     'Velen zijn gaan twijfelen aan de adequaatheid van de bestuursstructuur van onze academische instellingen en of de wens voor een democratische en gedecentraliseerde instelling haalbaar is.'[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord adequaatheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Student wil voorzitter college van bestuur HvA/UvA worden” (30 november 2015), Het Parool
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.