adresgroep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  adresgroep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • adres·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adresgroep adresgroepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deadresgroepv/m

  1. een groep contactpersonen of adressen die samen gegroepeerd worden, vaak om communicatie te vergemakkelijken met een e-mailprogramma

Gangbaarheid

  • Het woord 'adresgroep' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.