ael

Krim-Gotisch

Zelfstandig naamwoord

ael

  1. steen


Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-West-Germaanse *āl, via het Oudnederlandse *āl

Zelfstandig naamwoord

ael m

  1. (straalvinnigen) aal; paling
Overerving en ontlening

Verwijzingen


    Welsh

    enkelvoud meervoud
     ael   aeliau 

    Zelfstandig naamwoord

    ael v

    1. (anatomie) wenkbrauw
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.