afdraven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afdraven    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·dra·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afdraven [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afdraven
draafde af
afgedraafd
zwak -d volledig
  1. naar beneden rennen
    • Via een over te klimmen hek belanden we op een graskade, waar nieuwsgierige jonge koeien op ons afdraven. [2] 
    • Hoeveel levens heeft dirigent Mariss Jansons? Hij doorstond verschillende hartoperaties, maar wie hem woensdag de hoge trap van het Concertgebouw zag afdraven, signaleerde alleen energie en gedrevenheid. [3] 
  2. iets rennend verlaten

Gangbaarheid

  • Het woord afdraven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Joyce Roodnat 14 november 2009 Spokende koeien
  3. NRC Mischa Spel 4 februari 2011 Tijdloos testosteron
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.