afecto

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·fec·to
enkelvoud meervoud
afecto afectos

Zelfstandig naamwoord

afecto m

  1. genegenheid, affectie, toewijding, overgave
  enkelvoud meervoud
mannelijk afecto afectos
vrouwelijk afecta afectas

Bijvoeglijk naamwoord

afecto

  1. genegen, verknocht, toegedaan
  2. onderworpen

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    afectar

    afecto

    1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van afectar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.