afgaand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afgaand    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·gaand

Werkwoord

vervoeging van: afgaan
verbogen vorm: afgaande

afgaand

  1. onvoltooid deelwoord van afgaan
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen afgaand
verbogen afgaande
partitief afgaands

Bijvoeglijk naamwoord

afgaand

  1. naar beneden gaan, dalend
    • De skilift bewoog zich in afgaande richting. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord afgaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.