afgereisd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afgereisd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·ge·reisd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: afreizen…
verbogen vorm: afgereisde

afgereisd

  1. voltooid deelwoord van afreizen
     Nadat ze ’s middags het graf van de jongens had bezocht en daarna samen met Denise een pizza had gegeten, was ze weer naar het Flevoziekenhuis afgereisd.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord afgereisd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.