afgestudeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afgestudeerde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑfxəstyˌderdə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • af·ge·stu·deer·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: afstuderen…
verbogen vorm: afgestudeerdee

afgestudeerde

  1. verbogen vorm van afgestudeerd, voltooid deelwoord van afstuderen

Bijvoeglijk naamwoord

afgestudeerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van afgestudeerd
enkelvoud meervoud
naamwoord afgestudeerde afgestudeerden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deafgestudeerdev/m

  1. (persoon) iemand die een opleiding met succes heeft afgerond
    • De afgestudeerden kregen van de de directeur hun diploma uitgereikt. 

Gangbaarheid

  • Het woord afgestudeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.