afgewend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afgewend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·ge·wend
Woordherkomst en -opbouw
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | afgewend | afgewender | |
| verbogen | afgewende | ||
| partitief | afgewends | afgewenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
afgewend
- dat iets dat voorkomen is
- Nu het afgewende gevaar geen bedreiging meer was, waren alle mensen weer even zorgeloos als vroeger.
Antoniemen
Werkwoord
| vervoeging van: | afwenden… |
| verbogen vorm: | afgewende |
afgewend
- voltooid deelwoord van afwenden
Werkwoord
| vervoeging van: | afwennen… |
| verbogen vorm: | afgewende |
afgewend
- voltooid deelwoord van afwennen
Gangbaarheid
- Het woord afgewend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afgewend" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.