afwennen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afwennen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·wen·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afwennen
wende af
afgewend
zwak -d volledig

Werkwoord

afwennen [1]

  1. overgankelijk een gewoonte opgeven
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afwennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.