afgewerkt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afgewerkt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑfxəˌwɛrəkt / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- af·ge·werkt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van afwerken: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van af bw en gewerkt ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afgewerkt | afgewerkter | afgewerktst |
verbogen | afgewerkte | afgewerktere | afgewerktste |
partitief | afgewerkts | afgewerkters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
afgewerkt [1]
- tot in de laatste en kleine details afgemaakt
- overgebleven na gedane arbeid
Antoniemen
Werkwoord
vervoeging van: | afwerken… |
verbogen vorm: | afgewerkte |
afgewerkt
- voltooid deelwoord van afwerken
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord afgewerkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afgewerkt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.