afmeten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afmeten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·me·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afmeten
mat af
afgemeten
klasse 5 volledig

Werkwoord

afmeten

  1. overgankelijk door meting een bepaalde hoeveelheid van een voorraad afzonderen
    • Ik heb daarvan 100 milligram afgemeten en in water opgelost. 
  2. overgankelijk ~ aan als maatstaf voor iets gebruiken
    • Dit valt af te meten aan de hoogte van de golfslag die erdoor veroorzaakt wordt. 

Gangbaarheid

  • Het woord afmeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.