afpluizen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afpluizen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·plui·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afpluizen
pluisde af
afgepluisd
zwak -d volledig
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afpluizen
ploos af
afgeplozen
klasse 2 volledig

Werkwoord

afpluizen [1] [2]

  1. overgankelijk in kleine vezeltjes, plukjes van het bot afplukken
  2. overgankelijk van pluisjes ontdoen of reinigen
Afgeleide begrippen
  • afpluizing

Gangbaarheid

  • Het woord afpluizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.