afrikaan

Niet te verwarren met: Afrikaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afrikaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /afriˈkan/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • afri·kaan
Woordherkomst en -opbouw
  • geoniem, afgeleid van Afrika met het achtervoegsel -aan, omdat men dacht dat Karel V ze na zijn veldtocht tegen Tunis in 1535 had meegebracht, hoewel deze planten hun oorsprong in Amerika hebben; geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.H
enkelvoud meervoud
naamwoord afrikaan afrikanen
verkleinwoord afrikaantje afrikaantjes

Zelfstandig naamwoord

deafrikaanm

  1. (bloemplanten) benaming voor eenjarige en meerjarige planten uit het geslacht Tagetes  behorend tot de composietenfamilie (Compositae  of Asteraceae )
Opmerkingen
  • In het spraakgebruik is het verkleinwoord afrikaantje meer gangbaar.
Synoniemen
  • mexicaanse tarragon, tagetes lucida, yauhtli
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afrikaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.