afrollen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afrollen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·rol·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afrollen
rolde af
afgerold
zwak -d volledig

Werkwoord

afrollen [1]

  1. onovergankelijk zich ontrollen
  2. overgankelijk (werktuigbouwkunde) ontrollen, uiteenrollen
  3. overgankelijk door oprollen van iets wegnemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord afrollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.