afronding
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afronding (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑfrɔndɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- af·ron·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afronding | afrondingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de afronding v
- het afronden
- het afmaken
Synoniemen
- [2] voltooiing, completering
Afgeleide begrippen
- [1] afrondingsmal
Gangbaarheid
- Het woord afronding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afronding" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.