afsleping

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afsleping    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·sle·ping
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afsleping afslepingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deafslepingv

  1. het wegslepen van met name vaartuigen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afsleping' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
47 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.