afslibben

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afslibben    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·slib·ben
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afslibben [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afslibben
slibde af
afgeslibd
zwak -d volledig
  1. zuiveren van erts met water en modder
  2. als slib wegvloeien
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afslibben' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.