afsplitsing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afsplitsing    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·split·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afsplitsing afsplitsingen
verkleinwoord afsplitsinkje
afsplitsingetje
afsplitsinkjes
afsplitsingetjes

Zelfstandig naamwoord

deafsplitsingv

  1. afscheiding
    • Vooral in de protestantse kerken kent men een rijke geschiedenis van afsplitsingen. 

Gangbaarheid

  • Het woord afsplitsing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.