afspuiten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afspuiten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·spui·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afspuiten
spoot af
afgespoten
klasse 2 volledig

Werkwoord

afspuiten [1]

  1. overgankelijk door spuiten reinigen

Gangbaarheid

  • Het woord afspuiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.