afverven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afverven    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·ver·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afverven [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afverven
verfde af
afgeverfd
zwak -d volledig
  1. een schilderwerk afmaken

Gangbaarheid

  • Het woord 'afverven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
58 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.