afvormen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afvormen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·vor·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afvormen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afvormen
vormde af
afgevormd
zwak -d volledig
  1. het uiterlijk van iets helemaal voltooien
     Men denkt dat de ameloblasten na het afvormen van de kroon apoptose ondergaan, dit in contrast met de odontoblasten die het hele leven van de tand metabolisch actief blijven.[2]
  2. iets het uiterlijk geven van iets anders
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afvormen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.