afweiden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afweiden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·wei·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afweiden [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afweiden
weidde af
afgeweid
zwak -d volledig
  1. op de wei rondlopen om voedsel te zoeken
  2. een wei helemaal kaal grazen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afweiden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.