airco

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  airco    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • air·co
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord airco airco's
verkleinwoord aircootje aircootjes

Zelfstandig naamwoord

deaircov

  1. airconditioning
     ‘Voor het geld dat we betalen verwacht je toch dat die airco functioneert,’ gromde hij.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord airco staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.