alfabeet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alfabeet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑlfaˈbet/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • al·fa·beet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alfabeet alfabeten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dealfabeetm

  1. (persoon) iemand die kan lezen en schrijven
     Met instemming haalde hij aan dat op het Afghaanse ministerie van Landbouw één alfabeet werkt.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord alfabeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Tom-Jan Meeus
    “Niet iedereen bij de ballen nemen” (7 juni 2007) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.