aliento
Spaans
Uitspraak
- IPA:
Woordherkomst en -opbouw
- Van Latijn *alenĭtus; van anhelĭtus
Woordafbreking
- a·lien·to
enkelvoud | meervoud |
---|---|
aliento | alientos |
Zelfstandig naamwoord
aliento m
- adem
- aanmoediging
- Permaneció así un rato, mirando a través del cristal empañado por su propio aliento. [1]
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
alentar |
aliento
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alentar
vervoeging van |
---|
alentarse |
aliento
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alentarse
Verwijzingen
- ↑ Arturo Pérez-Reverte, El club Dumas, 1993 (2008 uitg., ISBN 9788466320702)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.