allerrijkst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  allerrijkst    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑləˌrɛikst/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • al·ler·rijkst
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen allerrijkst
verbogen allerrijkste

Bijvoeglijk naamwoord

allerrijkst

  1. beschikkend over zeer veel financiële middelen
     De allerrijkste huishoudens in Nederland betalen gemiddeld veel minder belasting dan andere huishoudens. Lagere inkomens betalen juist relatief meer belasting. Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in het onderzoek „Ongelijkheid en Herverdeling” dat is opgesteld in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).[1]
     Zijn nieuwe werkgever in België hoopt onder Overmars ook successen te gaan boeken. Vijf jaar geleden speelde Antwerp nog in de tweede klasse. Bij de promotie raakte bekend dat de club in handen was gekomen van Paul Gheysens, eigenaar van bouwbedrijf Ghelamco en een van de allerrijkste Belgen.[2]
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord allerrijkst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “CPB: sterkste schouders dragen niet de zwaarste lasten” (25 maart 2022), Reformatorisch Dagblad
  2. Weblink bron
    Yanko Beeckman & Mike Verweij
    “Marc Overmars directeur ambitieus Antwerp” (21 mrt. 2022), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.