allerrijkste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  allerrijkste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·ler·rijk·ste

Bijvoeglijk naamwoord

allerrijkste

  1. verbogen vorm van de stellende trap van allerrijkst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord allerrijkste allerrijksten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deallerrijkstev/m

  1. iemand die zeer veel eigendommen heeft
     Ook in Nederland is het gat tussen de allerrijksten en de meerderheid van de bevolking groot, vindt Oxfam. ,,Het opgetelde vermogen van de 2120 rijkste Nederlanders is groter dan dat van de 10 miljoen armsten’’, stelt de organisatie.[1]
     Dit winkelparadijs tussen de twee wijken La Brea en Beverly Grove in Los Angeles straalt de luxe uit van het chique Rodeo Drive, waar de allerrijksten in de stad winkelen, met de toegankelijkheid van het Zuidplein in Rotterdam. Maar hier vind je geen saaie Amerikaanse versies van de Etos, Bakker Bart of Action.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord allerrijkste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Vermogen tien rijkste mannen verdubbelde tijdens crisis: 160 miljoen mensen extra in armoede” (17-01-2022), Tubantia
  2. Weblink bron
    Hans Klis
    “Maak van onze winkelcentra en winkelstraten een Disneyland” (01/04/2018), HP de Tijd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.